Het interieur: de kansel, koperen lezenaars en kronen, lambrisering en graven


De kansel is in 1631 gebouwd door Dirck Michielsz. Cock en de lezenaar aan de kansel werd in 1661 geleverd. De lezenaar voor de voorlezer is uit 1724.
De koperen kaarsenkronen zijn van ná de Reformatie. Er hangen zeven kronen in de kerk en met de kandelaars aan de pilaren is de kerk redelijk tot goed met kaarsen te verlichten. Het is bijzonder dat de kronen niet van elektrische verlichting zijn voorzien. Bij bijzondere gebeurtenissen worden de kaarsen ontstoken. De kandelaars aan weerszijden van de deur naar de toren (onder het orgel) waren oorspronkelijk bedoeld voor de kansel om de predikant voldoende licht te verschaffen en hebben in het verleden als zodanig ook gefunctioneerd.
De doopvont is…..
De lambrisering (Utrechtse toog)